Achtergrondinformatie
11/06/2009 | Posted by zb under Nieuws |
Comments off
|
Feitelijke situatie
Een van de oorspronkelijke gebruikers die geweigerd heeft de loodsen te verlaten maakt sinds september 2007 gebruik van vier onderdelen van de loods aan de Zeeburgerkade 830 te Amsterdam. Het gaat om de delen 35 (achterzijde), 36, 37 en 38. Deze onderdelen hebben geen scheidingswanden waardoor deze één geheel vormen. Op het moment dat zij de ruimte in gebruik nam was deze reeds een jaar leeg en ongebruikt gelaten. De voormalige bewoner had de ruimte een jaar eerder verlaten. Zij is kunstenaar en gebruikt de ruimte als atelier.
De loods bestaat in totaal uit 11 onderdelen. De overige gebruikers hebben allen een eensluidende schriftelijke overeenkomst gesloten met de gemeente. De overeenkomst is aangegaan op 1 september 2006 voor een periode van vier maanden en eindigende op 31 december 2006. De gemeente heeft geen verder contact opgenomen met de gebruikers en het gebruik van alle loodsen is ongewijzigd voortgezet.
De oorspronkelijke gebruiker heeft bij de ingebruikname van de ruimte een brief gezon-den aan de gemeente, welke als productie 4 bij de dagvaarding is gevoegd. In deze brief heeft zij aangegeven dat zij bij beëindiging van de gebruikerscontracten van haar buren tot ontruiming en vertrek zal overgaan. Ze wist op dat moment niet dat de overeenkom-sten met de gebruikers reeds waren beeindigd en stelt voorop dat het altijd haar intentie is geweest om tot vertrek over te gaan wanneer er zekerheid is ten aanzien van de bouw en niet eerder.
Begin december hebben alle gebruikers een brief gekregen van de gemeente, waarin staat vermeld dat zij de loods moeten verlaten, waarbij tevens een concept dagvaarding is verzonden. Geen van de gebruikers wenste het gebruik van de loods vrijwillig op te
geven. De overige gebruikers hebben uiteindelijk, ter voorkoming van een gerechtelijke procedure, de loods verlaten. Een van hen heeft besloten om het gebruik van de loods niet op te geven en maakt thans nog gebruik van de loods, samen met een groep nieuwe medegebruikers.
Op 15 april 2009 is de loods in gebruik genomen door de een aantal medegebruikers. Deze groep gebruikt de loods als woon- en werkruimte. De oorspronkelijke gebruiker heeft het gebruik van de loods niet opgegeven en maakt tevens gebruik van de loods ten behoeve van haar atelier. Wij stellen dat het om voortgezet gebruik/ voortgezette kraak gaat gezien het feit dat de overeenkomsten reeds 31 december 2006 zijn beëindigd.
Spoedeisend belang
De gemeente (stadsdeel Zeeburg) stelt dat zij over de loods dient te beschikken omdat zij thans wil overgaan tot de sloop van de loods. Hierbij verwijst zij naar een sloopvergun-ning en correspondentie met een sloopbedrijf. Wij stellen dat er gegronde aanwijzingen zijn op grond waarvan de sloop geen doorgang zal vinden. Hierop zullen we in het on-derstaande nader ingaan.
Verder stellen we dat volgens vaste jurisprudentie niet mag worden ontruimd voor leeg-stand. Hieronder verstaan zij tevens het slopen van een pand waarna er vervolgens braak-ligging ontstaat voor een gedurende een lange periode. We stellen dat er gegronde vrees bestaat dat na de sloop van de loods niets met het terrein zal gebeuren.
De bouwvergunning
De gemeente heeft een bouwaanvraag ingediend, maar er is thans nog geen
bouwvergunning afgegeven. De gemeente stelt dat de bouwvergunning vermoedelijk in juni 2009 zal worden afgegeven, wij achten dit onwaarschijnlijk.
De aangevraagde bouwvergunningen kunnen niet worden afgegeven wegens strijd met het vigerende bestemmingsplan. Voor het verlenen van een bouwvergunning om de jachthaven en het kopgebouw te realiseren is een vrijstelling nodig op basis van artikel 19 Wet Ruimtelijke Ordening. Verder loopt er thans nog een juridische procedure over de monumentenstatus van de loodsen en is sprake van strijdt met de bepalingen van de Flora- en Faunawet.
Ten aanzien van de bouwaanvraag zijn vier zienswijzen ingediend, respectievelijk door Het Zeeburgs Boten Overleg, vereniging Groen en Blauw, vereniging Red het Blauw en Martin van Etten, buurtbewoner en redacteur van het Zeeburgs Nieuws. De zienswijzen van Groen en Blauw en Red het Blauw zijn als productie 2 en 3 bijgevoegd.
De vereniging Red het Blauw treedt op namens circa 250 omwonenden.
In deze zienswijzen worden onder meer de volgende punten aan de orde gesteld.
De gemeente houdt onvoldoende rekening met de belangen van de omwonenden alsook met een aantal algemene belangen. De realisatie van een jachthaven en kopgebouw heeft een grote impact op de omgeving. Omwonenden zullen veel hinder ondervinden door de enorme toename van publiek in dit gebied. Ook hebben de plannen grote gevolgen voor het milieu. Daarnaast wordt gewezen op de monumentale waarde van de loods. Voorts wordt gesteld dat de werking van één van de drie bestemmingsplannen waarvan
vrijstelling ex artikel 19 WRO wordt aangevraagd, stamt uit 1943. De vrijstelling is
daarmee in strijdt met artikel 33 lid 1 en 2 van de Wro (oud) . Het gegeven dat het
stadsdeel een voorbereidingsbesluit heeft genomen ex artikel 19 lid 4 WRO en dat ook heeft geactualiseerd zou in dit geval geen grond mogen zijn voor het toch verlenen van de vrijstelling gezien de hoogbejaarde staat van het geldende bestemmingsplan.
Aangezien de planvorming reeds is gestart in 2002 verwacht Red het Blauw conform de opdracht van de Raad van State uit 1999 een geactualiseerd bestemmingsplan wat op een ruimtelijke verantwoorde manier in samenspraak met omwonenden tot stand wordt ge-bracht, waarbij de door omwonende geuite bezwaren mee worden gewogen.
De vereniging Groen en Blauw maakt onder andere bezwaar tegen het verdwijnen van
de douanesteiger, een rust- en foerageergebied van veel watervogels, wijst op de
aanwezigheid van beschermde planten en dieren en dringt aan op de uitvoering van een natuurtoets in dit gebied.
Naast de ingediende zienswijzen is er protest van de bewoners van de naastgelegen
pakhuizen. Eigenaren van de appartementen in de pakhuizen Zaterdag en Zondag
hebben bij de projectontwikkelaar HBB/Amplan om een nulmeting gevraagd. Bij het te bouwen kopgebouw met de daarbij behorende parkeergarage van twee etages komt te staan op een waterkering. Gevreesd wordt voor verzakking (zoals bij de Vijzelgracht) en grondwaterstuwing. We merken hierbij op dat de nieuwe ondergrondse
huisvuilcontainers jarenlang op zich hebben laten wachten vanwege hun positie op de bewuste secundaire waterkering.
Voorts is op 14 april 2009 een petitie met ruim 200 handtekeningen aangeboden aan Wethouder Salm ter zake het behoud van de Loods. Hierbij heeft de wethouder toegezegd dat hij de projectontwikkelaar zou vragen om een intentieverklaring en
duidelijke bouwdata. Er zou niet worden gesloopt voordat deze verklaring juridisch getoetst zou zijn, de gebruikers zouden er echter wel uit moeten. Vervolgens op dezelfde avond tijdens de politieke vergadering heeft de wethouder toegezegd dat hij zou
overwegen op de gebruikers te laten zitten tot meer duidelijkheid is. Dit heeft uiteindelijk niet tot een ander oordeel geleid. In brief van het stadsdeel Zeeburg aan de raadsleden van 21 april 2009 wordt door Wethouder Salm aangegeven dat geen absolute zekerheid kan worden gegeven over de nieuwbouwplannen van het terrein (productie 1). Op de raadsvergadering van 22 april 2009 heeft de wethouder aangegeven dat er pas in
september 2009 meer duidelijkheid zal zijn over de bouwaanvraag. Ondanks dit gegeven heeft een meerderheid van de raad ingestemd met de sloop.
Het bestemmingsplan
Het huidige bestemmingsplan dateert uit 1943. Voor de bouw van een hotel op deze locatie dient het bestemmingsplan gewijzigd te worden. Het nieuwe bestemmingsplan zal opgesteld moeten worden conform de Wet Archeologische Monumentenzorg (WAMZ, 2007 Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). Een essentieel uitgangs-punt hiervan is dat het erfgoed in de bodem beter wordt beschermd. Dit betekent dat in ruimtelijke planontwikkeling vroegtijdig rekening wordt gehouden met archeologisch erfgoed. Op zijn minst dient er een bureauonderzoek uitgevoerd te worden door Bureau Monumenten en Archeologie (BMA). Op deze locatie is een dergelijk onderzoek tot op heden niet uitgevoerd, wat wonderlijk is, want op verscheidene andere locaties –onder andere Jeugdland, Camping Zeeburg en het Zeeburger Eiland- lopen deze onderzoeken wel. Tevens is er geen waardestelling van het Amsterdamse Bureau Monumenten &
Archeologie (BMA). Dit is mondeling bevestigd door de heer Eeuwe en mevrouw Lemke van bovengenoemde instantie.
De sloopvergunning en de verhouding tot de Flora- en Faunawet
We stellen dat zich op het terrein vleermuizen en mussen bevinden. Het gaat hierbij om dieren uit tabel drie van de Flora- en Faunawet (Ministerie van Landbouw en Visserij) Dat wil zeggen zij genieten de hoogst bestaande bescherming. Volgens de
huidige Flora- en Faunawet is er onvoldoende onderzoek gedaan om een
sloopvergunning te rechtvaardigen.
Er is in 2005 in de zomerperiode door Bureau Stadsnatuur Rotterdam (BSR) een
Waarnemend Onderzoek uitgevoerd, in opdracht van Stadsdeel Zeeburg. In de
omgeving is de aanwezigheid van vleermuizen met zekerheid geconstateerd. In het
gebouw zelf niet, met de toevoeging dat er moeilijk of niet kon worden waargenomen tussen het dak en het plafond, een ruimte van één meter hoog. Inmiddels is de staat van het pand achteruit gegaan, waarbij een gat is ontstaan in het dak van een van de onderde-len. Het is daardoor aannemelijk dat de vleermuizen nu nog makkelijker tussen dak en plafond kunnen nestelen en de onderzoekers wél tussen het dak en het plafond metingen kunnen verrichten.
Het nieuwe Protocol Vleermuizen is van kracht geworden op 1 april 2009 (Ministerie van Landbouw en Visserij (L&V). Daarin staat dat elke drie jaar een waarnemend onderzoek moet worden gedaan. Aangezien volgens het heden te hanteren protocol de waarneming uit 2005 gedateerd is, zijn we van mening dat aan huidige sloopvergunning geen uitvoe-ring kan worden gegeven. We verzoeken Stadsdeel Zeeburg derhalve met klem om alsnog de aangevraagde waarneming van de AID af te wachten alvorens te
beginnen met de sloop.
Bij de Algemene Inspectie Dienst (AID) is formeel melding gedaan met betrekking tot de aanwezigheid van vleermuizen en drie of meer paartjes broedende huismussen.
We hebben hierover gesproken met mevrouw Nienke Evers van AID Groendesk en de heer Rene Olthoff, inspecteur van het AID. De heer Olthoff heeft heden tegenover ons verklaard dat de gemeente niet tot sloop kan overgaan voordat een nader onderzoek is uitgevoerd. De heer Olthoff heeft hierover de Officier van Justitie ingelicht. Als de gemeente tot sloop wil overgaan zal handhavend worden opgetreden. Echter na-dat de voormalige gebruiker en `hen die verblijven op Zeeburgerkade 830 te Amsterdam’ het kort geding op 28 april 2009 hadden verloren gaf de AID aan niet over de beslissing van een rechter heen te kunnen. Weliswaar zou sloop of onklaar maken illegaal zijn, toch zou het aan de (oproer) politie zijn hier al dan niet iets mee te doen.
Monumentenstatus
Er loopt op dit moment nog een juridische procedure over de monumentenstatus van
de loods. Red het Blauw heeft een nationale monumentenstatus aangevraagd. Thans loopt een beroep van Red het Blauw tegen de afwijzing door RACM van het bezwaar. We stellen dat de gemeente de uitkomst van dit beroep dient af te wachten
alvorens over te gaan tot sloop.
We hebben voorts contact gezocht met het Cuypersgenootschap. Na intensieve corres-pondentie en gesprekken met het Cuypersgenootschap menen zij nieuwe elementen toe te kunnen voegen voor een hernieuwde monumentenaanvraag op
Rijks- en Gemeenteniveau. De Entrepot Loodsen en de Douanesteiger zijn de laatste visueel waarneembare en fysiek ervaarbare Entrepot Haven inrichtingen in Nederland. Deze nieuwe aanvraag zal door het Cuypersgenootschap op zeer korte termijn geschie-den. Een intentieverklaring is op maandag 11 mei 2009 afgegeven aan het stadsdeel.
Daarnaast stellen we dat er sinds de oorspronkelijke aanvraag van Red Het Blauw in 2002 veel veranderd is in het Oostelijk Havengebied. Verscheidene panden zijn verdwenen. Een herijking van het hele gebied is volgens ons wenselijk.
Deze veranderen van het hele gebied en het betrekken van het nautische element bij de Entrepot Loodsen rechtvaardigen volgens ons een nieuwe monumentenaanvraag
Belangenafweging
We stellen voorts dat bij een belangenafweging het belang van ons bij het
behoud van de loods en de mogelijkheid om hierover te kunnen beschikken als woon en werkruimte zwaarder dient te wegen dan het belang van de gemeente gezien het feit dat er gegronde aanwijzingen bestaan dat de sloop niet binnen een redelijke termijn kan worden uitgevoerd en er op dit moment nog geen duidelijkheid is ten aanzien van de bouw.
CONCLUSIE
We stellen dat op dit moment nog geen enkele zekerheid kan worden gegeven ten aan-zien van de bouw. Er is nog geen bouwvergunning afgegeven. De bouwaanvraag is in strijdt met het bestemmingsplan en het is onzeker of een artikel 19 WRO procedure zal slagen. Er zijn vier gemotiveerde zienswijzen ingediend. Daarnaast loopt nog een procedure in zake de monumentenstatus van de loods en levert de sloop van de loods strijdt op met de bepalingen van de Flora- en Faunawet. Op grond hiervan heeft de inspecteur van het AID gesteld dat bij sloop handhavend zal worden opgetreden.
Daarnaast speelt de uiteindelijke haalbaarheid van de plannen van de gemeente een rol. Hierdoor is het volstrekt onduidelijk of de gemeente kan overgaan tot de bouw en zo ja op welke termijn.
PRIMAIR:
Menen we dat de gemeente geen spoedeisend belang heeft omdat er op dit moment dui-delijke aanwijzingen zijn dat de sloop geen doorgang kan vinden en er onvoldoende dui-delijkheid is over de realisatie van de bouw. Alleen al om dit feit, het ontbreken van een spoedeisend belang, dienen de vorderingen te worden afgewezen.
SUBSIDIAIR:
Verzoeken we de gemeente dat als voorwaarde wordt gesteld dat de ontruiming niet eer-der plaats kan vinden dan het moment waarop door de gemeente bewijs is geleverd van de daadwerkelijke start van de sloop en de bouw bijvoorbeeld door een bouwvergunning, een overeenkomst met een ontwikkelaar en een onderzoek op het gebied van de Flora- en Faunawet, waarbij deze wet wordt nagekomen.